Het symposium 'Eetbaar Park' vond op 22 oktober 2010 plaats bij volkstuinvereniging Nut en Genoegen. De bijeenkomst was bedoeld voor professionals op het gebied van stadsinrichting, groen en duurzaamheid, en presenteerde visies op een duurzame en groene stad. De vier sprekers, Nils Norman, Annechien Meier, Jan Jongert (2012 Architecten, Fransje de Waard en Thomas Rau, hebben op uiteenlopende wijze te maken met permacultuur. Onder leiding van Aukje van Roessel (De Groene Amsterdammer) werd onderzocht, welke bijdrage permacultuur in een stad als Den Haag kan leveren aan diverse beleidsterreinen. Vandaag het vijfde en laatste deel van een verslag dat Suzanne van Soest maakte op basis van de videoregistraties.
Thomas Rau tijdens Eetbaar Park Symposium (foto: Stroom Den Haag)
Het maatschappelijk verantwoord ondernemerschap van Thomas Rau komt voort uit een heldere visie: Elk menselijk handelen heeft een mondiale impact op ecologisch, economisch en sociaal-maatschappelijk niveau. Vanuit deze visie ontwerpt Rau 'gezonde' gebouwen die energie produceren in plaats van kosten. Rau noemt dit oneplanetarchitecture.
Kennedy fungeert als groot voorbeeld voor Rau. In 1962 had Kennedy een droom. Hij baseerde zijn droom op de toekomst. Hij zei: over 7 jaar gaan wij naar de maan. Niet omdat het makkelijk is, maar omdat het moeilijk is, en uitdagend, en dat zijn precies de redenen waarom we het gaan doen. Kennedy liet zijn handelen van vandaag leiden door de toekomst. Frank Bohrman, de Amerikaanse astronaut op die ruimtereis, maakte toen de eerste foto van onze planeet vanuit de ruimte, een totaal en kwetsbaar wezen. Er gaat niets af, er komt niets bij. 500 jaar geleden kwam men nog op de brandstapel als men zei dat de aarde rond was.
De foto van Bohrman was de oorsprong van de hele milieubeweging. Mensen realiseerden zich plotseling het begrensde van onze planeet. Ze gingen nadenken: over 80 jaar zijn wij allemaal dood, en bestaat de planeet nog lange tijd. Duurzaamheid gaat dus niet over maatregelen en wetten, het gaat om de houding die wij innemen ten opzichte van alles wat het leven mogelijk maakt. Stel dat we die visie een keer serieus zouden nemen. Er zijn nog steeds mensen die denken dat we een energieprobleem hebben. Maar we hebben alleen te maken met een energievraag. We hebben energie zat, deze planeet is een grote bonk energie, in haar kern en in haar beweging. En Rau is niet op de wereld om energie te besparen.
Grondstoffen vormen wel een probleem. Koper bijvoorbeeld is over 60 jaar op. Voor het eerst in de geschiedenis zijn we op het punt dat we niet meer de dingen kunnen doen, die we willen doen, door een tekort aan grondstoffen. We kunnen bijvoorbeeld niet meer de hoeveelheid elektrische auto’s maken die we zouden willen maken, om benzineauto’s te vervangen. Onze economie draait op grondstoffen, de grote bedrijven bewegen zich in de richting van grondstoffen.
Onze overheid doet nog steeds aan schuldmanagement. Ze denkt in termen van ‘zo min mogelijk slecht’. Ze vraagt om CO2 vrije gebouwen. Maar die gebouwen voelen vreselijk, ze zijn doods, al het leven is er uit. Rau’s idee is: ‘we doen het in één keer goed, en we maken gebouwen die wat betreft energievoorziening en vochtregulering volledig zelfstandig kunnen fungeren’. De aanpak is simpel. Bestuur de natuurwetmatigheden en transformeer die naar de architectuur. De zon gaat bijvoorbeeld in het oosten op, pas het gebouw daarop aan.
In 2080 zullen de grachtenpanden in Amsterdam er nog steeds staan, maar wat betreft energiewaarde zijn het waardeloze gebouwen. Toch zeggen de mensen en de overheid: dat zijn duurzame gebouwen. Eigenlijk is dat inconsequent. Maar het komt omdat we erdoor geraakt worden. Omdat we verliefd worden op deze gebouwen. Door de kwaliteit, de geschiedenis, en de betekenisgeving. De overheid maakt nu ook duurzame condooms. Dan kun je groen en veilig tegelijk zijn. Maar het gaat niet om veilig, het gaat om de liefde. Wij zijn hier allemaal geboren uit liefde.
Iedereen doorloopt zijn eigen biografische ontwikkeling. Als je jong en verliefd bent, vergeet je de wereld om je heen. Dan woon je een tijdje samen en je krijgt relatieproblemen. Als je gaat scheiden kost het veel geld. Het gebrek aan liefde en het gebrek aan communicatie kosten altijd geld. Dat weten we al uit de sociale context, maar wat doen we in de bouw? We elimineren de liefde, de communicatie, en gaan voor het goedkoopste! Daarom krijgen we zulke waardeloze gebouwen. Rau pleit voor een adoptiemodel: iedereen die een nieuw gebouw maakt moet een oud gebouw adopteren, en de verantwoordelijkheid nemen voor dingen die er al zijn.
Levensvatbaarheid is alles stimuleren wat leven borgt, behoud, en creëert. Als we die drie aspecten meenemen in onze levenshouding komen we tot een heel andere soort van samenleving. Porsche heeft een keramisch remsysteem. Het is het beste remsysteem in de wereld. Keramiek is niet milieubelastend. De meeste moderne auto’s hebben dat niet, die remsystemen zijn gemaakt van giftige materialen. Waarom is Porche de enige? Omdat de mensen die daar werken en de mensen die de auto kopen verliefd zijn op die auto. Het gaat om liefde, niet om hightech toepassingen. Het keramiek remsysteem is een lowtech maatregel met een hightech effect.
Volgens Rau moeten we terug naar een waarde-economie. In de bouw nemen ze altijd het goedkoopste, maar eigenlijk zouden we altijd de nummer twee moeten nemen, die heeft namelijk een optimale prijs/kwaliteit verhouding. Het zou bij aanbesteding van opdrachten goed zijn om altijd een wildcard toe te kennen. De randvoorwaarden zijn gegeven, maar er is altijd een partij die alle maatregelen overboord gooit. En misschien wordt die het wel.
Van het zaadje naar de plant, die kringloop is op technisch gebied wenselijk. Als we nu een gebouw slopen gaat het altijd ten koste van natuur, omdat er sprake is van vernietiging van grondstoffen. Als we ons bewust worden van die bouwmaterialen, kunnen we die optimaal hergebruiken. Het is ook een eigendomskwestie. Leg je de eigendomsrechten bij de producent of de consument? Producenten krijg je niet in beweging met idealisme, dus het zal vanuit de consument komen. Neem de televisie als voorbeeld. De consument wil eigenlijk alleen de performance van de televisie. Hij hoeft de televisie zelf niet te bezitten, om ernaar te kunnen kijken. We moeten het zo organiseren dat de producent altijd eigenaar blijft van zijn product, zodat hij diegene is die met de consequentie van zijn handelen wordt geconfronteerd. Rau heeft voor zijn kantoor zituren per stoel, loopuren over het tapijt, en doorkijkuren door het glas gehuurd. Hij betaalt niet voor de grondstoffen, maar alleen voor de arbeidsuren die nodig waren om het product te maken. Verhoudingsgewijs zijn ze goedkoop uit, en de producenten staan in de rij voor zo’n deal. Want die weten als dit zo doorgaat we over 5 jaar geen grondstoffen meer hebben om nieuwe lampen te maken. De producenten van de kantoorproducten van Rau zijn nu verzekerd dat de lampen die daar hangen, morgen de grondstof bieden voor een nieuwe generatie lampen.
Rau ontwikkelde voor de gemeente Amsterdam en Almere een self sufficient datacentrum. De huidige datacentra plaatsen alle data nog bij elkaar in één ruimte, maar die indeling is veel te simpel. Het wezen van data is dat je sommige data dagelijks gebruikt, en andere bijna nooit. Net als je boodschappen van de supermarkt, die verdeel je ook in ‘nu gebruiken’(aanrecht), ‘straks gebruiken’(koelkast) en ‘later gebruiken’(vriezer). Zo behandelt Rau data ook. Je hebt hot data, cold data, en freeze data. Het systeem hebben ze met een bijenimker ontwikkeld. De context is namelijk bepalend voor wat er gaat groeien, net als met bijen. De afmeting van de raten bepaalt of het een werkster, dar of koningin wordt. Zo verdeel je de energie beter. Rau werkt graag met interdisciplinaire kennis.
Het cultureel centrum in Den Haag had Rau als kinetisch bewegingsapparaat ontworpen. Het idee was om de lichaamswarmte van de bezoekers in de energieproductie te verwerken. Als een levend wezen. Zo deed Rau het al voor een Stadhuis in Coevoorden, een school in Leiden en een gebouw in Lyon. De bouwmaterialen worden op performance basis gehuurd, niet gekocht. Het gebouw in Lyon genereert inmiddels meer energie dan het kost. Tijdens het ontwerpproces vraagt Rau iedere adviseur om op performance basis als architect te denken, en tot een integrale oplossing te komen voor een energetisch actief gebouw. Het is dus niet de ‘footprint’ die uitmaakt of iets slecht is voor de aarde, want we kunnen juist een meerwaarde uit energie creëren. Dat is volgens Rau het probleem van het Westen: we zien de mogelijkheden niet meer, want we denken dat ‘energie verbruiken’ een minderwaarde is. Terwijl Rau denkt: door energie te gebruiken, creëer je alleen maar meer energie.
De Staart in Apeldoorn is het gebouw waar de Apenheul in huist. De vorm ervan is gebaseerd op een skelet. Alle mensen op de wereld hebben hetzelfde skelet. Dieren niet, die hebben allemaal andere skeletten. Gebouwen hebben ook andere skeletten. In Apeldoorn is de skeletstructuur naar buiten gebracht. Er ontstaan zo totaal andere esthetica. Alle gebouwen van Rau zijn context gerelateerd. Hij laat een gebouw zien dat context gerelateerd is ten opzichte van de baan om de zon. Het leunt naar de zon toe, waardoor het meer licht vangt. De Romeinen wisten nog hoe de natuur werkte, al hun gebouwen waren voorzien van natuurlijke koelingsystemen. Gebrek aan kennis over de natuur zorgt voor alle overbodige techniek, zoals airconditioners. Rau heeft de eerste draaideur ontwikkeld die energie maakt, in Driebergen. Deze kan met een rondje net zoveel energie maken als nodig is voor één kopje koffie. En toch stond niemand te springen om deze deur te produceren. De gebouwen van Rau voldoen nu al aan de randvoorwaarde die Nederland in 2073 aan gebouwen stelt. Rau heeft zelfs een gebouw ontworpen dat water als primaire energiebron gebruikt. Geen waterstof maar watergas. Niet H2O maar O2H. Het is het eerste gebouw ter wereld dat zonder externe elektriciteit kan. Maar dit gebouw wordt voorlopig nog niet gebouwd. Rau heeft geen vergunningen kunnen krijgen.
Samenvattend gaat het om de houding die we aannemen ten opzichte van de schepping, of ten opzichte van wat het leven mogelijk maakt. Als laatste citeert Rau Martin Luther King. ‘I have a dream’. Als we daar willen komen, waar hij was, moeten we onze ideeën laten leiden door de toekomst. We kunnen de planeet niet veranderen, maar we kunnen hem wel op zijn kop zetten.
Vragen
Hoe gaat u dat nieuwe Haagse culturele gebouw voorzien van warmte? Hoe werkt dat op zo’n grote schaal?
Heel simpel: er zijn 4,5 miljoen mensen per jaar die dit gebouw gaan gebruiken, die hebben allemaal een stofwisseling die warmte creëert. Ook zullen we grondwater gebruiken om het gebouw af te koelen of op te warmen. Het water gebruiken we eerst voor een temperatuurswisseling, dan wassen we onze handen er in, en dan spoelen we de wc er pas mee door. We creëren een kringloop binnen het gebouw.
Hoe is uw relatie met groen? Er is nauwelijks groen te zien in uw ontwerpen?
We moeten niet de fout maken om levensvatbaarheid ten koste van een esthetisch gevoel na te streven. Het kan niet zo zijn dat we alle gevels groen maken en alles volplempen met planten. We maken wel een groen dak, met kruidentuin. Ik ben geen voorstander van zonnepanelen.
En fijnstof dan, in een stadsklimaat?
De fijnstof-problematiek in de stad kunnen we niet meer oplossen met planten, daarvoor moeten we de mobiliteit grondig aanpassen. Ik probeer niet naar de werking te kijken, maar naar de oorzaak. Ik ga er vanuit dat je over 20 jaar in Nederland sowieso overal gratis mag parkeren. Ze hebben dan namelijk de accu’s van elektrische auto’s nodig, om energie op te slaan.
Ga je ook een gebouw adopteren voor het culturele centrum in Den Haag?
We hebben naar oude gebouwen gekeken van dezelfde oppervlakte, die zijn totaal niet functioneel, maar armzalig, en logistiek vreselijk. Het is helemaal niet de moeite waard om deze gebouwen te gebruiken.
Waarom zet u zich af tegen de groene duurzaamheids cultuur?
We kunnen altijd proberen dingen minder slecht te doen, maar laten we het vooral in één keer goed doen. We weten niet waar groene stroom vandaan komt. Waarom is het eigenlijk duurder dan normale stroom?
Aardolie is roofbouw en heel goedkoop. Aardwarmte en windenergie is gewoon duurder omdat het nog ontwikkeld moet worden?
Niet waar, als je de hele economische schade van aardolie zou verdisconteren, zou het vier keer zo duur zijn als dat benzine nu is.
In uw voordracht zei u dat de natuur kopiëren het slechtste is dat je kan doen. Toch heeft u het over niets anders gehad. Kunt u die contradictie uitleggen?
Ik heb geprobeerd de natuurfenomenen te transformeren, en niet letterlijk over te nemen. We hebben het leven te danken aan letterlijke natuur, dus die moeten we koesteren, en haar wetmatigheden leren kennen. Hoe dichter we staan bij die wetmatigheden, hoe gezonder je processen kunt aansturen.
Kunt u voorbeelden noemen van het succesvol gebruik van een wild card?
Die heb ik vaak genoeg meegemaakt. Maar de eisen van Europese aanbesteding zijn dermate hoog, dat je bijna rijk moet zijn om als bureau mee te doen, waardoor jonge innovatieve bedrijven in de knel komen. Tijdens de aanbesteding van het cultureel centrum heeft de Gemeente Den Haag een bankgarantie van twintig bureaus gevraagd van 500.000 euro. Ze hebben dus in feite beslag gelegd op 10 miljoen liquide middelen binnen de hele architectensector. De reden daarvoor is, dat je zeker wilt zijn dat iemand aan je tafel niet opeens failliet gaat. Maar als je op één manier iemand niet-liqide maakt, is het door een bankgarantie van 5 ton te vragen.
Hoe hangt uw biografie samen met hoe uw bureau als enige zijn stempel drukt op dit systeem? Hoe gaat u ervoor zorgen dat uw ideeën worden verspreid?
Ik ben begonnen als kinderverzorger. In een droom werd duidelijk dat ik architect moest worden. Kunstacademie was me nog te kunstzinnig. Ik wil altijd het kunstzinnige en het technische combineren. Wij werken op kantoor 4 dagen 9 uur, en hebben ieder weekeinde een lang weekeinde. We eten iedere dag een biodynamische biologische lunch. We nemen het spirituele net zo serieus als het materiële en proberen dit in de fysieke verschijningsvorm te implementeren. We hebben geen urenadministratie. Want een urenadministratie zegt niets over de toekomst, alleen maar over het verleden. We proberen klein te blijven, met zo’n 40 architecten. Net genoeg om grote projecten aan te kunnen. We hebben de tijd mee, we kunnen nu dingen zeggen waarmee ze ons drie jaar geleden mee naar buiten hadden gestuurd. De overheid luistert echter nog steeds niet naar koplopers maar naar de lobby, om haar eigen bestaansrecht te verzekeren. En de overheid wíl ook niet verder. Ze spekt namelijk haar eigen kas door het niet realiseren van een duurzame maatschappij. Ze weet niet hoe ze de kas kan spekken door het wel realiseren van een duurzame maatschappij. Als bureau proberen we dat aan te tonen. Dat hele belastingsstelsel is natuurlijk belachelijk. Het feit dat we arbeid belasten, is middeleeuws. De meeste snelheid kun je maken door geen kranten te lezen en geen televisie te kijken, daar gebeurt het niet. Als je bij Pauw en Witteman wordt uitgenodigd is het tijd om je achter je oren te krabben, want onze media zijn hopeloos achterhaald.
Wat bedoelt u daar mee?
Ik bedoel dat de problematiek die belangrijk is voor de innovatie van onze samenleving bij de media niet bekend is, of misschien bewust wordt genegeerd. Ik heb octrooien uit de jaren 70 bestudeerd. Tijdens de oliecrisis hebben alle grote energiemaatschappijen de octrooien opgekocht van alles wat met energie te maken heeft, want ze wilden niet dat het in het publieke domein terecht kwam. Meneer Röntgen heeft tegengesteld gehandeld. Hij zei: ik breng mijn wetenschap in het publieke domein, zonder octrooi. Dit heeft voor enorme vooruitgang in de medische wetenschap gezorgd. Toen ik onderzoek deed naar het verduurzamen van architectuur ontdekte ik dat de kennis waar ik naar zocht, bewust geheimgehouden werd door enkele bedrijven. Deze bedrijven adviseerden mij met klem op te houden met mijn onderzoek. Dus we weten niet precies wat er aan de hand is, maar dat komt een keer uit. De strijd die gaande is over energie is niet te onderschatten.
Wat vind u van de wijkenergiecentrales met aardwarmte?
Dat hangt ervan af wie de eigenaar wordt. Als de lokale bewoners eigenaar worden is het goed. Als je overheid eigenaar wordt is het minder goed. We moeten de verantwoordelijkheidsgemeenschap meer benadrukken. Het is sowieso goed om decentraal een aantal behoeften af te dekken en daarmee de hele transportvraag te elimineren. Duurzaamheid is geen hype. Deze houding gaan we nooit meer verliezen. Het wordt de basis van onze mentaliteit in de toekomst.
Thomas Rau in gesprek met Fransje de Waard en Aukje van Roessel tijdens Eetbaar Park Symposium (foto: Stroom Den Haag)
Reacties
U kunt deze conversatie volgen door in te schrijven op de reactiefeed van dit bericht.